In zijn nieuwste essay ‘Mens/onmens’ heeft Bas Heijne het niet over neoliberalisme en juist daardoor krijgen het liberalisme en de sociaal-democratie een ‘uppercut’ van jewelste. Dat is niet helemaal terecht, omdat beide slechts partieel verantwoordelijk zijn voor de hedendaagse chaos. Volgens de schrijver heeft de liberale democratie zijn idealen – meer vrijheid en gelijkwaardigheid, geloof in de vooruitgang en het beperken van te veel macht voor wie dan ook – ernstig verwaarloosd en zelfs verloochend.
De werkelijkheid is dat het liberalisme zich heeft laten meevoeren in een dwaling van expansiedrift van de vrijemarkt en de belemmerende overtuiging van politici, CEO’s en aandeelhouders dat het met de maatschappij en de mensheid niet goed gaat wanneer er geen economische groei is. Feitelijk hebben we zo onze planeet en mensen dienstbaar gemaakt aan de economie. Met als gevolg dat acht van onze tien grootste uitdagingen nu ecologisch van aard zijn. Problemen die volgens het World Economic Forum [Global Risc Report 2020] door onszelf zijn veroorzaakt. Volgens Heijne maakte het neoliberalisme, met steun van de nobelprijswinnende vrijemarkteconomen, gebruik van de mogelijkheden die het liberalisme altijd laat aan het expansieve, pragmatische initiatief, dat ten koste gaat van het sociaal-liberalisme, de planeet en uiteindelijk ook de gezondheid en het welzijn van mensen.
Het neoliberalisme kwam pas echt op stoom met de vele privatiseringen en bedacht onder andere de participatiemaatschappij. Een doe-democratie en voorgestelde samenleving waarin iedereen die dat kan, verantwoordelijkheid neemt voor, en actief bijdraagt aan zijn of haar eigen leven en omgeving. Hierdoor telt Nederland nu circa 1,3 miljoen ZZP’ers, waarvan circa 15% een besteedbaar inkomen heeft onder de grens van ‘lage-inkomensgrens’ en ligt bij honderdduizenden ZZP’ers armoede in het verschiet. Deze sociale en spiritueel-culturele crisis werd bijna gelijktijdig versterkt omdat de sociaal-democratie haar idealen over boord zette omdat het doel – herkozen worden – belangrijker is dan de bedoeling – het faciliteren van vooruitgang voor iedereen, binnen de grenzen van onze ecosystemen.
Draconische geschenken van het neoliberalisme
Volgens Heijne valt niet te ontkennen dat het liberalisme en de sociaal-democratie zich beide de maat hebben laten nemen door het neoliberalisme. In de praktijk heeft de laatste ervoor gezorgd dat veel bedrijven riante cadeaus uit Den Haag mochten ontvangen en uitpakken, waaronder het compenseren van buitenlandse verliezen met winsten in Nederland – zoals bijvoorbeeld Shell, Unilever, Akzo Nobel en Philips. Dit kost de Nederlandse samenleving circa 8 miljard per jaar, genoeg om alle studenten in ons land weer een basisbeurs te verlenen en 60.000 leerkrachten aan te nemen. Ander voorbeeld: Tata Steel heeft van Den Haag een cadeau gekregen om tien jaar lang voor een miljard euro gratis CO2 uit te stoten. Desondanks is Tata Steel de aanvoerder van de lobby tegen emissiebelasting, terwijl deze maatregel absoluut noodzakelijk is om de Nederlandse klimaatdoelen te halen. Ondertussen vergroot het neoliberalisme op een groteske wijze de kloof tussen arm en rijk en voedt het populisme, tegenstellingen en wantrouwen. Het is triest om te zien hoe Den Haag reageert op incidenten en de symptomen bestrijdt, in plaats van krachtig te regeren met karakter. Draagvlak of niet, in tijden van cumulerende crises hebben we leiders nodig, geen slappe managers die hun oren laten hangen naar het electoraat, dat leeft bij de waan van de dag. Hetzelfde geldt voor laffe blaadjes, oppervlakkige columns en betekenisloze prietpraat op TV, die strijden om oplagen en kijkcijfers, maar geen enkele wezenlijke waarde toevoegen voor wie en wat dan ook. Wat zegt dit over de mens, over ons – dat we verdwaald zijn in het consumeren van leegte.
Emoties en sentimenten verheven tot waarheid
Heijne bekritiseert in Mens/onmens niet zozeer de ideologische ommezwaai maar duidt vooral de gevolgen, waaronder nationalisme (Brexit), het politiek manipuleren en verheffen van emoties en sentimenten tot waarheden en de opkomende behoefte aan autoritaire en polulistische denkbeelden. In Den Haag onderzoeken politici en fractieleden hoe ze de macht van de rechter kunnen indammen. Het lijkt Polen wel. Het dieptepunt vormt het vonnis in de ‘Zaak Urgenda versus de Staat der Nederlanden’. “Schending van de mensenrechten” luidde het vonnis tot aan de Hoge Raad jegens de Nederlandse Staat. De samenleving staat er bij, kijkt er naar en vindt en doet verder niets. We gaan verder met de orde van de dag. Mensen blijken geen rationele wezens en we zijn de Verlichters vergeten die ons aanspoorden om vooral zelf na te denken.
Verlicht als we onszelf waanden, sloten we zelfgenoegzaam onze ogen voor onze eigen ambivalenties.
Heijne laat ons in zijn briljante boek afdalen naar de spelonken van onze denken waar het niet altijd even prettig toeven is. Ons episch centrum dat ons stuurt en belemmerd. De ratio, het huis waar de Homo Economicus woont, naast zijn goede buur Homo Liberalis. We mogen dan misschien de ‘achterkleinkinderen’ zijn van René Descartes en Baruch Spinoza, de nieuwe kennis over onze oorsprong en werking van onze hersenen maken duidelijk dat we geen rationale wezens zijn. Mensen geloven in verhalen en volgen de beste vertellers. We denken en handelen impulsief, weten echt en nepnieuws nauwelijks meer te scheiden en hebben tot overmaat van ramp ons oordeel te snel klaar. Verder blijken we boordevol te zitten met vooroordelen en belemmerende overtuigingen. Vóór de Verlichting was men ervan uitgegaan dat de mens tot het kwade neigt en afhankelijk is van God en de kroon. De verlichte denkers zien de mens daarentegen als van nature goed, autonoom en onafhankelijk. Nuttigheid, de waardigheid van de mens en zijn streven naar geluk in dit aardse leven (en niet in het hiernamaals) vormden het uitgangspunt in de ethiek. Eeuwen later zien we dat de Verlichters zichzelf in de voet hebben geschoten en blijkt hoe weinig verlicht we van nature zijn. We mogen nu toch wel erkennen hoe ambivalent de redelijke Homo Economicus is en hoezeer deze ook alles gunstig naar zichzelf toe redeneert en altijd zijn eigen belang centraal houdt. In Mens/onmens gaat het vooral over zelfgenoegzaamheid van de weldenkende mens, die zich in zijn eigen zeepbel terugtrekt en de wereld aanschouwt door zijn roze bril. Het leven in deze zeepbellen lijkt mooi, maar is ook onrealistisch, zeker als we alle externaliteiten buiten onze bubbel feitelijk beschouwen.
Onverzadigbaar monster
We hebben onze planeet en vermoedelijk enige leefomgeving naar de rand van de afgrond geduwd en de spiritueel-culturele crisis is groter dan ooit. Al vele decennia onttrekt de wereldwijde economie meer bronnen aan de natuur dan deze zelf kan herstellen. Ons economische systeem is een monster met een onstilbare honger naar meer, meer en meer. ‘Maximize Me’ en ‘Bigger is Better’. Volgens het rapport van het IPBES is zeker dat meer soorten nu met uitsterven worden bedreigd dan op enig ander moment in onze menselijke geschiedenis. Onafhankelijke aanwijzingen suggereren een op handen zijnde snelle versnelling in het uitsterven van soorten, die nu al tientallen – zo niet honderden – keren hoger is dan gemiddeld in de afgelopen 10 miljoen jaar, zelfs als de oorzaken niet toenemen. De economie consumeert langzaam en gestaag al onze plant- en diersoorten tot ze er niet meer zijn. Dat heeft veel meer impact op onze toekomst dan je misschien zou denken. Het menselijke bestaan is namelijk volledig afhankelijk van de natuur. Sterker nog, mensen zijn ook natuur. Al onze grondstoffen worden door de natuur geleverd, net als onze voeding. Genetische variatie is het fundament onder de stabiliteit van natuurlijke ecosystemen. Als die balans te veel verstoord wordt, storten die ecosystemen in en dat vormt een directe bedreiging voor onze leefomstandigheden, welvaart en ons welzijn. Het is ongekend, ontluisterend en ja, ook wel een beetje ontmoedigend. Want is het niet al veel te laat om het tij te keren? Eerdere doelen om de achteruitgang van biodiversiteit tegen te gaan zijn niet gehaald, bij lange na niet zelfs. Telkens als het erop aankomt stelt de Homo Economicus andere prioriteiten (‘it’s the economy, stupid’). Het is eigenlijk heel simpel: de natuur kan het gevecht tegen ons economische systeem nooit winnen. Omdat ze er geen deel van uitmaakt. We zien haar als een ‘resource’, een bron waaraan we eindeloos kunnen blijven onttrekken. Dat houdt dus een keer op, schreeuwt de verlichte denker die tevreden denkt dat hij tegenover zoveel irrationaliteit en non-humaniteit het met redelijkheid wel redt.
Verbinden met ons aandienende zelf
Heijne vraagt zich af hoe we onze zelfgenoegzaamheid van ons af kunnen schudden. Hij stelt dan de vraag centraal of er een manier bestaat om de hier beschreven tegenstellingen van de identiteitsdenker en verlichte denker te overbruggen. Hoe vinden de optimisten, opportunisten, realisten en pessimisten elkaar? Hoe vinden voor- en tegenstanders elkaar?
Volgens Heijne vinden we het antwoord in de Bergrede. “De mens die het zichzelf niet moeilijk maakt, niet tegen zijn eigen aandriften durft in te gaan, die zijn eigen opvattingen en overtuigingen niet durft te onderzoeken, leidt geen waardevol leven en is geen waarachtig mens.” Geen Homo Verus, eerder een onmens. Dit is een belangrijke conclusie uit de Bergrede, want het betekent dat de mens nooit meer mens is dan wanneer hij zichzelf onderzoekt en daarmee kwelt en wanneer hij tegen zijn eigen instincten van veiligheid en zelfbehoud toch onbaatzuchtig handelt. Wanneer hij zijn vijand tegemoet komt en wanneer hij reflecteert wat hem heeft gekwetst en daardoor haat. Om te vergeven, want vergeven doe je vooral voor jezelf, om ruimte te maken in je hart voor liefde voor jezelf en voor anderen. Dit gaat recht tegen onze gevoelens en instinct in, zegt de Amerikaanse bioloog Robert Morris Sapolsky, die ook vindt dat het ik-hij en het wij-zij-denken diep in ons script gebeiteld staan.
De grote vraag is dus:
Hoe overstijgen wij het ik-hij en het wij-zij denken, als we niet meer vijandig tegenover elkaar willen blijven staan?
De grootste angst van mensen is dat ‘ze niet goed genoeg zijn’ en dat er ‘niet genoeg van ze wordt gehouden’. Hierdoor zoeken we naar controle en kleineren we andere mensen om onszelf beter en grootser te voelen. Maar het is een groot zwartgat en een destructieve verslaving. Het leidt tot nog meer onzekerheid, onduidelijkheid en angst en uiteindelijk zijn deze funest voor lichaam en ziel. Het is een vorm van zelfverlies, vaak ingegeven door wrok, een angst die niet meer weet waar hij vandaan komt. De Homo Verus, de waarachtige mens, weet dit vaak te voorkomen, omdat alleen de dreiging ervan al louterend werkt. Maar dan moet je niet alle kritiek die je dagelijks ontvangt terzijde schuiven als een samenzwering tegen je zelfingenomen redelijkheid en banale grappen. Of zoals de Bergrede aangeeft: “Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijke bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan?” Hoe comfortabel of confronterend zijn deze woorden?
Volgens Heijne is alleen liefhebben wie jou liefheeft ‘verdovende veiligheid’. Hoe schadelijk is ons handelen voor onszelf wanneer deze alleen gericht is om anderen schade te berokkenen? Alles in ons leven lijkt gericht om het ons makkelijk te maken. Door snel te oordelen, door niet goed na te denken en door emoties en sentimenten van anderen te verheffen tot waarheid. Het is niet de bedoeling daaraan al te zeer toe te geven. Anders zullen onze levens even comfortabel als betekenisloos zijn.
En om maar af te sluiten met misschien wel de mooiste verhandeling uit de Bergrede over ‘zelfverlies’, – om het opzoeken van de vijand en wat je haat. Om het zo veel mogelijk los te laten van je eigen identiteit, om het poreus te maken van de eigen identiteit – waarmee ruimte wordt gemaakt voor anderen, voor de ‘hij en zij’.
Mens/onmens, een oncomfortabel essay door Bas Heijne, uitgegeven door Prometheus. 128p., ISBN: 97890446414179.
Nawoord:
Voor een Boeddhist lijkt het misschien een beetje raar om in deze blog de Bergrede aan te halen, maar niets is minder waar. Dhammapada betekent letterlijk de weg van de dhamma, de weergave van wat (er) werkelijk is. Dit Boeddhistische boekje bestaat uit een verzameling wijsheden en spreuken die wijzen op de weg van de waarheid, van de vervolmaking, de weg ook naar het nibbana; de hoogste staat die door de mens bereikt kan worden. De Bergrede wordt dikwijls gezien als een samenvatting die de evangelist Mattheüs maakte van Jezus’ prediking. Verschillende spreuken uit de Dhammapada herinneren duidelijk aan verzen uit de bergrede, waaronder deze:
Het ene pad leidt naar wereldse winst en eer; een heel ander pad leidt naar nibbana. Laat de mens die deze waarheid heeft beseft, de ware volgeling van de Verlichte, niet hunkeren naar eerbetoon van anderen, maar laat hem sereenheid van denken en onbewogenheid aankweken.