“Als iemand voor zijn 50ste een pessimist is, dan weet hij of zij te veel en als iemand daarna een optimist is, dan weet deze persoon te weinig” aldus Mark Twain. Natuurlijk zijn er ook realisten, maar in mijn optiek zijn dat bijna altijd mensen die zich nog niet of onvoldoende realiseren dat ze pessimist zijn. Maar om het even, de essentie en samenvatting van dit artikel is dat de wereld nu de pessimisten harder nodig heeft dan ooit! [deel 1 van 3]
Drieluik: toekomst van de mensheid- voor optimisten én pessimisten [1-3]
Pandemieën en andere grote crisis zoals klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit, zijn zaken van iedereen. Maar het is lastig om in immense grote uitdagingen en risico’s voor onze gezondheid het positieve te zien en er zelfs in te geloven. Vooral optimisten hebben het in deze tijden moeilijk, alhoewel ze een sprankje hoop putten uit de saamhorigheid en menselijkheid die op elk balkon klinkt. Pessimisten hebben het makkelijker in turbulente tijden en wijzen als realist op de diepere oorzaken van de crisis. Ze laten zich niet misleiden door het dagelijkse nieuws, dat sensationeel, uitzonderlijk en vooral negatief is. Voor hen draait het niet om wat er vandaag gebeurt, maar om wat er elke dag gebeurt. Gisteren, vorige week, vorig jaar. En wat dit betekent voor morgen, overmorgen, volgende week en de komende jaren. Pessimisten begrijpen daardoor ook beter de oorzaken van een crisis, vanuit een historisch perspectief en denken ook meer na over de impact op ons leven in de nabije en verre toekomst. Terwijl optimisten dromen van betere tijden en mensen aansporen om niet bij de pakken neer te gaan zitten, denken de pessimisten kritisch na en hoe gewaagd ook, geven ze een confronterend beeld over hoe de wereld er na de crisis uit zou kunnen zien. Ze zijn natuurlijk niet hoopvol, maar ze willen het wel heel graag.
In een serie van drie blogartikelen tracht ik een beeld te schetsen van de toekomst van de mens, de mensheid en onze menselijkheid. Vanuit het perspectief van optimisten en pessimisten. Met de hoop en ook als doel dat niet iedereen zich alleen kan herkennen in zijn eigen overtuigingen en vooroordelen, maar vooral om meer begrip en aandacht te krijgen voor het perspectief van de ander.
Drie blogartikelen, voor optimisten, pessimisten en realisten. Vanuit het hier en nu; de coronacrisis – die onze wereld volledig op z’n kop heeft gezet. En dat is best een beetje gek.
Hoe dodelijk is de coronacrisis eigenlijk?
De coronacrisis, het is natuurlijk vreselijk! Er sterven dagelijks tientallen mensen in Nederland aan deze griep. Volgens de Volkskrant van 23 maart gaat het vooral om oude mannen (tweederde is ouder dan 80) waarvan de meesten (9 van de 10) al ernstig ziek waren.
Ooit noemde de beroemde Canadese medicus Sir William Osler (1849-1919) een longontsteking ‘old men best friend’, omdat het volgens hem tot een een pijnloze dood leidt. Longontsteking is inderdaad een veel voorkomende doodsoorzaak onder ouderen en volgens de Rotterdamse medisch-ethicus Erwin Kompanje doet het er niet toe waardoor de luchtweginfectie wordt veroorzaakt, omdat het namelijk vaak de finale ziekte is die ouderen doet overlijden. Volgens Kompanje “wordt dit aspect momenteel weggelaten bij het ronkend weergeven van de tientallen sterfgevallen die dagelijks wordt opgetekend ten gevolge van corona. Opeens is elke covid-19 dode er één te veel, terwijl we dat voorheen bij duizenden griepdoden nooit zagen of hoorden”.
Dus platgeslagen, akelig en ook waar, zou je mogen zeggen dat de nieuwe coronaziekte, vooralsnog aansluit bij het rijtje non-descripte ziektekiemen die bijna alleen de alleroudsten doet overlijden. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe het virus zich verhoudt tot de seizoensgriep (vorige winter: 2.900 doden extra). Maar dát corona vooral ouderen doodt, staat vast. De gemiddelde leeftijd van de nu ruim tweehonderd Nederlandse overledenen is 82 jaar. En volgens de inventarisatie van het RIVM was van alle doden tweederde de 80 al gepasseerd. Jonger dan 60, aan de andere kant, telt tot dusver slechts één overledene. In de Volkskrant van 23 maart herkent epidemioloog Patricia Bruijning van het UMC Utrecht het patroon: “veelzeggend is de bevinding dat in Nederland driekwart van de overledenen niet eens op de intensive care is geweest.” Inmiddels is dat zelfs ongeveer viervijfde, blijkt uit de cijfers. “Dat geeft wel aan dat het hier gaat om mensen in de laatste fase van hun leven, van wie men kennelijk heeft gezegd: we denken niet dat het nog zin heeft deze persoon op de intensive care onder te brengen.” Wat overigens niet wil zeggen dat de personen die sterven uitsluitend oude van dagen zijn. “De uitbraak is nog niet zo lang gaande en het kan dus best dat er nog jonge mensen worden behandeld die uiteindelijk zullen overlijden. Dat zien we vaker: jonge mensen worden langer doorbehandeld”, aldus Bruijning in de Volkskrant.
De werkelijkheid is geen nieuws
Maar laten we de ontwikkeling en cijfers ook in een breder perspectief plaatsen. Reeds voor de coronacrisis stierven er elke dag in Nederland ruim 400 mensen. Met een gemiddelde leeftijd van bijna 80 jaar, zeventien jaar langer dan in 1950. Wereldwijd sterft er elke 3 seconden een kind jonger dan vijf jaar de hongerdood, ruim 10 miljoen per jaar. Bijna een miljard mensen (meer dan 1 op 10) hebben onvoldoende te eten en lijden elke dag fysiek en geestelijk. Ondertussen gooien we in Nederland en Europa meer dan 50% van het voedsel weg en sterven er ‘bij ons’ jaarlijks meer mensen aan obesitas dan elders aan de honger. Dit zien we niet op het nieuws; omdat het elke dag gebeurt, al jaren lang. Ongelijkheid en armoede is ook geen nieuws, omdat het er elke dag is. Het is geen gebeurtenis meer die uitzonderlijk is. Klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit is ook nauwelijks in het nieuws, ondanks de vreselijke gevolgen in de nabije toekomst. Het gebeurt namelijk elke dag. Het gaat sluipend en langzaam en is nog niet sensationeel en uitzonderlijk. Denken we nu nog.
Wereldwijd sterft er elke 3 seconden een kind jonger dan vijf jaar de hongerdood, ruim 10 miljoen per jaar…
Zo zal het ook zijn met corona en de volgende epidemie. En ook met de recessie die heel 2020 en zeer waarschijnlijk ook nog lang daarna zijn stempel zal drukken op ons leven en het nieuws, En dat biedt de pessimist veel hoop en een optimistische kijk op de toekomst. Omdat het onvermijdelijk is dat we meer aandacht gaan besteden aan wat er elke dag waarachtig gebeurt. We gaan beter begrijpen wat de impact is op ons leven en wat we in ons gedrag moeten veranderen. Om herhaling van de grootste pandemie voor de mensheid te voorkomen; namelijk het terugvallen in oude patronen en gewoonten die grote risico’s vormen voor onze planeet, onze gezondheid en ons welzijn.
Natuurlijk, de omvang van de corona-epidemie is onbevattelijk en een menselijk drama. Het heeft ons leven op z’n kop gezet en we moeten tijdelijk thuiswerken. We vergaderen en spreken elkaar via Zoom of Skype. Dat blijkt overigens effectiever en gedisciplineerder te verlopen dan op de werkvloer. Mensen luisteren beter, laten andere uitpraten, blijven beter bij het proces en zijn meer gericht op het resultaat. Grappig toch, denkt de pessimist, waarom gaan we het niet altijd zo doen, terwijl de optimist verlangt naar de warmte van zijn collega’s en ‘roddels bij de koffiemachine’.
De wereld heeft nu meer dan ooit behoefte aan pessimisten
Alvorens een visie te beschouwen over de toekomst van de mensheid, mens en onze menselijkheid, is het belangrijk om eerst het verschil te duiden tussen een optimist en pessimist. Waarom? Wel om de simpele reden dat ze beiden waarschijnlijk een tegengesteld beeld hebben van onze toekomst. En vooral ook omdat van mensen in het algemeen verwacht wordt de wereld in turbulente tijden optimistisch te beschouwen. Vraag een willekeurig iemand op straat of hij optimist of pessimist is en meestal krijg je het antwoord dat men natuurlijk een optimist is. Of dat we graag optimistisch zouden willen zijn. Want wil nu nu gestigmatiseerd worden als een pessimist, niemand toch?
Dus dringt zich direct de vraag op: wat is er eigenlijk mis met pessimisten en hun pessimisme?
Moet er dan altijd een sprankje hoop zijn en waarom? Omdat de meeste mensen moeite hebben met droeve boodschappen en omstandigheden? Maakt het ontbreken van hoop ons leven per definitie ongenietbaar? Dat is toch vreselijk jammer? Want diepe droefheid en afwezigheid van hoop zijn net zo mooi en belangrijk als de extase van blijdschap en eindeloze hoop. Droefheid moet je niet altijd willen temperen. Droefheid is legitiem en waarachtig en zouden we ook niet meteen moeten bestrijden met therapie. Noch moeten we ons pessimisme laten bederven door de grenzeloze naïviteit van het optimisme. Volgens de Amerikaanse politiek filosoof Joshua Dienstag heeft een pessimist een veel meer onbevangen en vrije verhouding tot de toekomst dan een optimist. “Door af te zien van hoop en voorspelling maken we ruimte voor een zorg die niet zelfvernederend, noch zelfmedelijden wekkend is. Door te voorkomen dat ieder moment in ons leven ons tot gijzelaar van de toekomst maakt, scheppen we een waarachtige en hartelijke verantwoordelijkheid naar onszelf en anderen.”
Kijk, daar word ik nu vreselijk optimistisch van!
We zouden veel optimistischer moeten zijn over het pessimisme, want het biedt veel meer de vrijheid van momenten…
Professor René ten Bos, voormalig denker des vaderlands en hoogleraar van de filosofie der managementwetenschappen aan de Radboud universiteit, ziet optimisme als niets anders dan verhulde slavernij. “Omdat ze ons voortdurend tot vijand maakt van al die momenten in ons leven die kennelijk niet helemaal aan onze verwachtingen voldoen.” Pessimisme bevrijdt deze momenten juist van hun gebondenheid aan een betere toekomst. Daarmee maakt het ook echte vrijheid mogelijk: de pessimist is veel vrijer in zijn denken dan een optimist. Volgens Dienstag is het zo, dat “pas als we niets van de toekomst verwachten, zijn we vrij om die toekomst te laten komen zoals ze werkelijk is en niet als een teleurstelling of crisis. Optimisme is niet alleen een vorm van slavernij van onze verwachtingen, maar ook een pathologische angst voor teleurstelling. Wie op deze manier leeft, als een slaaf van de tijd en zijn eigen verwachtingen, blijft die angst maar voeden en voeden.”
Ik wil als pessimist eigenlijk best veel. Bijvoorbeeld meer inclusiviteit en vooral een meer eerlijke samenleving. Een beteugeling van het verlies aan biodiversiteit. Een einde aan de vernieling van onze planeet. En dat alle bedrijven gewoon winstbelasting betalen. Of nog beter: dat de belasting minimaal wordt verdubbeld op dividend, vermogen en emmissie van CO2. Dat wil toch iedereen?
We mogen een pessimist die niets verwacht absoluut niet verwarren met een nihilist. Een pessimist verwacht niets, terwijl een nihilist niets wil. Ik wil als pessimist best veel: een meer duurzame wereld, waarin mens en planeet niet dienstbaar zijn gemaakt aan onze economie. Een meer inclusieve en vooral eerlijke samenleving, waarin alle bedrijven gewoon winst- en dividendbelasting betalen. Ik wil heel graag dat onze wereldleiders werk maken van de tien grootste risico’s die onze welvaart en ons welzijn bedreigen. En die kristalhelder staan verwoord in het Global Risk Report 2020 van het World Economic Forum. René ten Bos hoopt sterk dat we er in zullen slagen dat het tomeloze uitsterven van soorten snel wordt beteugeld. Hij wil heel graag dat dit gebeurt, maar verwacht het niet. Als we de NOS beelden zien van een tijgervijfling in Noordoost-China, dan spreekt ons dat aan, maar het doet de pessimist tegelijkertijd beseffen hoe treurig het gesteld is met de toekomst van de Siberische tijger. Alles wordt in het werk gesteld om ze te laten voortbestaan als soort, maar in het wild is dit prachtige zoogdier uitstervend. Alleen door hopeloos te zijn, kun je nog van momenten genieten.
Realisten zijn mensen die niet beseffen dat ze pessimist zijn
Er is ook een groep mensen die zich realist noemt, maar dat zijn zelden optimisten. Het zijn meestal pessimisten die beseffen dat je verder moet kijken dan je neus lang is. Voorbij het dagelijkse nieuws, dat zelden laat zien wat er wezenlijk aan de hand is; wat er elke dag gebeurt en is daardoor vaak meer misleidend dan nepnieuws.
Voorbeeld? Waarom sluit het achtuur journaal altijd af met de weersverwachting van morgen in plaats van “hoe ziet de klimaatverandering van overmorgen eruit en wat betekent dit volgende jaar en de rest van ons leven voor onze welvaart…..?
Tijdens oersaaie praatprogramma’s op TV en radio, die vooral strijden om kijkcijfers en reclame-inkomsten, domineert repeterend nieuws dat voldoet aan de vijf belangrijke en fundamentele tekortkomingen van nieuws. Het is namelijk: sensationeel, uitzonderlijk, negatief en het gaat bijna altijd over actuele gebeurtenissen. Iets dat je ook terugvindt in niemendalletjes als Story, Privé, Panorama, Elsevier… Bij elkaar opgeteld tellen deze blaadjes minder abonnees dan de Nederlandse Hengelsportvereniging aan leden heeft. Iets dat overigens ook geldt voor het aantal leden van de grootste politieke partij in Nederland.
Het dagelijkse nieuws en de prullaria in voornoemde bladen maakt dat wat ze schrijven niet tot wezenlijk nieuws of een waarachtig verhaal. Iets dat je onmiddellijk met je buren wil delen of van de daken wil schreeuwen.
Doe zelf een check en vraag je af waarom het nieuws nu elke dag aangeeft dat er weer tientallen mensen aan corona zijn overleden en dat de teller nu op 213 staat (24 maart 2020). Moeten de 23.000 vluchtelingen in kamp Moria op Lesbos nu ook thuis blijven? En zo ja, in welk huis dan? Het is geen nieuws omdat het niet actueel is, het gebeurt elke dag en is daarmee ook niet (meer) uitzonderlijk. Over enkele weken geldt dit ook voor al het nieuws over Corona.
Bizar toch?
Waarom sluit het achtuur journaal niet elke dag af met “Hoe ziet de klimaatverandering van overmorgen eruit en wat betekent dit voor onze welvaart en ons welzijn…..?
Zelden gaat nieuws dus over wat er elke dag gebeurt en wat dit in al zijn waarachtigheid voor de mensheid betekent. De wereld en gedachtengang van optimisten sluit hier naadloos op aan. Zij zien in de actualiteit van de crisis uitsluitend hun overtuigingen en positiviteit bevestigd; namelijk dat we blijkbaar toch menselijk en saamhorig kunnen zijn. Maar pessimisten hebben een beter beeld van wat er elke dag gebeurt. Zij realiseren zich met voldoende historisch besef dat de mensheid na een crisis bijna altijd terugvalt in vertrouwde gewoonten. En in patronen die de crisis bijna altijd hebben veroorzaakt. En ook de volgende. Daarom is er niets mis met pessimisten en heeft de wereld hen in turbulente crisistijden veel harder nodig dan de naïeve optimisten die hoop prediken en vooral teleurstelling en angst zullen oogsten.
Hoop doet leven, zeker. Maar hoop zonder pessimisme maakt de meeste mensen onvoldoende weerbaar. Hoop is een slechte schuilplaats voor barre tijden, waarin moeder aarde ons op uiterst effectieve en intelligente wijze de les leert: “ik kan zonder de mens, maar de mensheid kan niet zonder mij”. Zeker, we mogen blijven hopen, maar we moeten ons er niet aan vastklampen. Luister vaker en nadrukkelijker naar pessimisten, want zij duiden de toekomst vaak beter dan optimisten, omdat ze meer terugkijken dan vooruit.
Historisch markeerpunt: keuze tussen nationale isolatie en mondiale solidariteit
Zowel de coronacrisis als de aanstormende recessie die daar een onvermijdelijk gevolg van is, zijn mondiale problemen. Ze kunnen alleen opgelost worden door een wereldwijde samenwerking. En dan ook nog eens vanuit het besef dat dit alleen maar lukt wanneer we samen werken en vooral samenwerken in radicale afhankelijkheid. Om een mondiale crisis te bestrijden moeten we ten eerste alle beschikbare informatie en kennis over de crisis en haar oorzaken met elkaar delen. Daar is een geest voor nodig van vertrouwen in en bewustzijn van de aard en oorsprong van onze gemeenschappelijke problemen.
De komende dagen en jaren moet ieder van ons ervoor kiezen om wetenschappelijke gegevens en deskundigen in de gezondheidszorg te vertrouwen boven ongegronde complottheorieën en zelfingenomen politici en bekende Nederlanders
Ook op economisch vlak is wereldwijde samenwerking nu letterlijk van levensbelang. Elke wereldleider en land dat het mondiale karakter van de crises negeert, zal een toename van problemen en crisis oogsten.
Er is een mondiaal actieplan nodig en snel ook. Landen moeten nu een wereldwijde reisovereenkomst sluiten die het mogelijk maakt dat wetenschappers, artsen, journalisten, politici en zakenmensen grenzen kunnen blijven passeren, mits zo overal ter wereld op dezelfde manier worden gescreend. Want alleen dan zal elk land hen toelaten en openstaan voor noodzakelijke hulp die noodzakelijk en effectief is. Helaas gebeurt dat te weinig en een collectieve verlamming speelt ons mondiaal parten omdat er te weinig leiders met karakter op het toneel staan. Waarom zijn de G7 leiders pas één keer in spoedberaad bijeen geweest, via een video-call?! Dat is toch krankzinnig? Niet zo verwonderlijk dat dit nog niet heeft geresulteerd in een concreet actieplan. Elk land opereert op zijn eigen postzegel en bedenkt de beste oplossing voor zichzelf.
Volgens Yuval Harari [Financial Times van 20 maart jl.] is de tijd is aangebroken dat de mensheid moet kiezen tussen de weg van verdeeldheid en polarisatie en de weg van wereldwijde solidariteit. Het is duidelijk waar het eerste pad van de populisten ons brengt: verlenging van de crisis en een afwachtende houding tot de volgende. Per saldo: escalatie van problemen en structurele achteruitgang.
Het tweede pad is de route naar echte vooruitgang. Een wereld waar we allemaal naar verlangen en die we zelf kunnen visualiseren. En vooral zelf en met elkaar moeten creëren. Maar hoe ziet die wereld er dan uit? Is er een wezenlijk verschil tussen de visie en verlangens van optimisten en pessimisten?
Dat zal de komende dagen duidelijk worden in het drieluik: ‘Toekomst van de mensheid: voor optimisten en pessimisten.’
Nieuwsbrief: ga je mee op expeditie?
Schrijf je dan nu in voor mijn nieuwsbrief “Expedition 21” over de kolderieke reis door de 21e eeuw. Met inspirerende artikelen, knetterende podcasts en vlijmscherpe columns over mens, onmens, over het doel én de bedoeling.